1982: Het Belgisch profkampioenschap in Kessel-Nijlen werd al in de eerste ronde in een beslissende plooi gelegd: Johan Ghyllebert en Roland Liboton gingen er toen meteen vandoor (foto hiernaast) maar werden een paar minuten later bijge- haald door de verbluffende Robert Vermeire (hierboven rechts). Dit drietal zou het hele kampioenschap voorop blijven en in de spurt haalde Liboton moeiteloos zijn derde nationa- le titel binnen. Vermeire en Ghyllebert moesten genoegen nemen met de ereplaatsen (hierboven links).

In 1982 vond het Belgisch profkampioenschap veldrijden plaats in Kessel-Nijlen, een wedstrijd die al in de eerste ronde een beslissend verloop kreeg. Johan Ghyllebert en Roland Liboton sloegen meteen een kloof en leken aanvankelijk het peloton definitief achter zich te laten. Echter, tot ieders verbazing sloot Robert Vermeire, die een verbluffende vorm etaleerde, enkele minuten later aan bij de koplopers. Dit trio bepaalde vervolgens de rest van de wedstrijd.

Ghyllebert, Liboton en Vermeire werkten goed samen en wisten hun voorsprong op de achtervolgers comfortabel te behouden. De regen en het modderige parcours maakten de omstandigheden zwaar, maar het koptrio bleef strak in het spoor van de overwinning. Vermeire toonde zich in uitstekende conditie, terwijl Ghyllebert tactisch sterk reed. Toch leek het al snel duidelijk dat Roland Liboton, de gedoodverfde favoriet, over de beste papieren beschikte.


Toen de laatste ronde aanbrak, bereidde Liboton zich voor op de onvermijdelijke eindsprint. Met zijn ervaring en explosiviteit zette hij zijn medevluchters in de laatste rechte lijn eenvoudig op achterstand. De voorsprong was zo overtuigend dat zijn derde nationale titel nooit in gevaar kwam. Vermeire, die zich kranig had verweerd, moest genoegen nemen met de tweede plaats. Ghyllebert, eveneens sterk rijdend, pakte het brons.


Dit kampioenschap bevestigde eens te meer de dominantie van Roland Liboton in het Belgische veldrijden


 


Be the first to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*